‘Onderwijs voor straatkinderen, is dat geen druppel op een hete plaat?’. Het is een terugkerende publieksvraag over ons educatief project, de mobiele school. De redenering erachter is dat de leefomstandigheden van kinderen beter eerst worden aangepakt, de rest is geen prioriteit. Het is een gedachtegang waar we ons ook binnen organisaties wel eens aan bezondigen. De idee dat de omstandigheden eerst ideaal moeten zijn voor we inzetten op thema’s als zelfontplooiing. Maar klopt dat wel?

Wel nu, daarvoor moeten we eerst kijken waar dit idee vandaan komt. Die vinden we aan de basis van een piramide. Niet die van Gizeh maar die van Abraham Maslow. Die schreef in 1943 een theorie die stelde dat menselijke motivatie gaat over het invullen van universele behoeften. Die gaan van de louter fysiologische behoeften, zoals slaap, tot de behoefte naar erkenning. Zijn theorie is echter een eigen leven gaan leiden door Charles McDermid, een psycholoog en consultant. Hij maakte er een piramide van waarbij elk trapje dient als een opstapje naar een volgend niveau. Met andere woorden, eerst vervul je een basisbehoefte en pas daarna kan je een andere behoefte invullen. En hier knelt het schoentje. In recenter wetenschappelijk onderzoek is er weliswaar onderbouwing voor het bestaan van universele behoeften maar niet voor een stapsgewijze invulling ervan. We kennen allemaal wel iemand, denk maar aan een artiest, die minder geeft om een woonst en meer om de artistieke ontplooiing. Het idee dat thema’s als het hebben van ambities, het opbouwen van zelfvertrouwen of creatief aan de slag gaan dus ondergeschikt zijn aan andere behoeftes klopt niet. Meer nog, aan dit idee vasthouden ontneemt juist de motivatie om aan de slag te gaan. En dat is in een moeilijke economische realiteit geen optie.  

Dat kan, en moet, beter. Daar dacht ik vorige week nog aan terwijl ik enkele dagen doorbracht met jongeren in een vluchtelingencentrum. Stuk voor stuk hebben ze in hun thuisland, denk hierbij aan Sierra Leone of Palestina, verschrikkelijke dingen meegemaakt. En stuk voor stuk hebben ze ondanks de omstandigheden de sterke motivatie om van hun leven iets te maken. Dat hebben ze trouwens al gedaan. Gemotiveerd door de droom van een beter leven hebben ze alles achtergelaten. Ze willen graag studeren én werken. En met 185.000 niet ingevulde arbeidsplaatsen in België is dat heel goed nieuws. Maar het gaat niet alleen om zij die dromen van werk. We hebben ook dromers nodig op het vlak van ecologie, samenleving en ondernemerschap.  

Motiveer daarom jezelf, en anderen, om alvast weer eens te durven dromen. Dat hoeft niet moeilijk te zijn, noch is het naïef. Stel jezelf, en anderen, de vraag wat er wél nog kan. Visualiseer dat in een duidelijk toekomstbeeld en vertaal die droom in duidelijke doelen, en afspraken, om ze te verwezenlijken. Kortom, laat de omstandigheden geen alibi zijn om stil te zitten.

Tekst bij illustratie: Eén van de vluchtelingen, de jonge Safi, maakte voor ons zijn levensdroom visueel. Hij gaat hard studeren om een zakenman worden, net als Elon Musk.